vertrouwen

Onlangs werd mij gevraagd wat voor mij vertrouwen betekent. Ik antwoordde dat iemand uit mijn omgeving recent op de Malediven in het huwelijksbootje was gestapt. Dat was wat mij betreft duidelijk een geval van ver trouwen. Niet helemaal het antwoord dat de vragensteller had verwacht. Dit interessante onderwerp verdient dan ook meer verdieping. Vertrouwen is namelijk een werkwoord dat vele aspecten kent. Hebben we vertrouwen in dingen, producten of organisaties, dan gaat het meestal over de betrouwbaarheid. Wanneer we op mensen moeten vertrouwen, gaat het meestal niet alleen over betrouwbaarheid.

We maken dan ook een inschatting van hun eerlijkheid. Of we hebben verwachtingen over hun toekomstig gedrag. Dat geldt zeker in de liefde of wanneer we geheimen delen. Ten aanzien van situaties of het leven, vertrouwen we maar al te vaak op een positieve afloop, of op God. Vertrouwen lijkt zich altijd in relatie tot iets of iemand buiten ons af te spelen. Wat ons echt zou helpen, is natuurlijk vertrouwen in onszelf. Vertrouwen leren ontwikkelen in ons eigen kunnen en zijn. Daardoor worden we minder afhankelijk van (het moeten vertrouwen op) anderen. Maar wat maakt dat we op iets of iemand zouden moeten vertrouwen?

 

Onzekerheid
Dat is vooral ingegeven door onze angst en onzekerheid over het leven. Zouden we alles van te voren weten, dan zou er geen vertrouwen nodig zijn… Vertrouwen is dus nodig omdat we juist niets zeker weten. Bij het oversteken van een ravijn, zou de met touw geknoopte oude houten brug kunnen breken. Die onzekerheid ervaren we als risico. Dat risico schatten we in, zowel de kans als de impact. Vanuit ons wantrouwen zijn we niet bereid ons afhankelijk op te stellen van iets of iemand. We vinden het risico dan te groot. Ingeval van blind vertrouwen, ontkennen of negeren we zelfs iedere vorm van risico. Maar als we vertrouwen hebben, vinden we het blijkbaar verantwoord om een bepaald risico te lopen. Het straalt een zekere bereidheid uit. We vertrouwen iemand, terwijl we weten dat ons vertrouwen kan worden geschaad. Dat hoeft niet de schuld te zijn van degene die wij vertrouwen. Soms komt het door externe omstandigheden, maar wel met alle gevolgen van dien. We lopen feitelijk al risico doordat we moeten inschatten of iets of iemand te vertrouwen is. De kans is namelijk aanwezig dat onze inschatting niet klopt. De betrouwbaarheid van het inschatten van deze kans lijkt gebaseerd te zijn op de hoeveelheid kennis die we denken te hebben. Onze inschattingen maken we helaas niet alleen rationeel. Sterker nog: vertrouwen is vooral gebaseerd op onze ervaringen. En de inschattingen maken we vaak op ons gevoel, op onze intuïtie. Omdat we ons veilig en zeker willen voelen. Vertrouwen lijkt dan ook weinig met het verstand te maken te hebben. Vertrouwen is in wezen zeer onlogisch.

Overgave
Vertrouwen is voor mij ook een vorm van overgave. Ware liefde zou je kunnen zien als een daad van vertrouwen. Zonder vertrouwen is er geen sprake van liefde. Het is de kwetsbaarheid die vertrouwen zo’n grote waarde geeft. Volledig op iemand of iets vertrouwen, betekent dat je je volledig overgeeft. Daarbij is er geen middenweg. Je kunt je niet half overgeven… Toch? Daarbij wordt je verstand dus per definitie niet ingeschakeld. Vertrouwen, je overgeven, geeft ruimte aan dingen, maakt dingen mogelijk. Hoe meer vertrouwen je hebt in jezelf en in het leven, des te meer wordt er voor jou mogelijk. Angst staat deze ruimte voor het realiseren van dingen namelijk behoorlijk in de weg. Dat geldt niet alleen voor ons, het geldt evenzeer voor organisaties. “Vertrouwen is goed, controle is beter”, wordt in bedrijven veel gebezigd. Waarschijnlijk is de bron van deze uitspraak iemand met een gezond wantrouwen. Vertrouwen zou je daarom ook kunnen zien als het loslaten van controle. Organisaties die bol staan van de controlemaatregelen, hebben veelal een verstikkende werkomgeving. Wanneer medewerkers vertrouwen krijgen, komt er ruimte voor initiatief, creativiteit en eigen verantwoordelijkheid. Maar voordat managers vertrouwen kunnen geven aan hun medewerkers, moeten ze eerst durven vertrouwen op zichzelf. Vanwege de onzekerheid verlangt vertrouwen dus ook enige moed. En net als met leren autorijden, is daar soms veel oefening en tijd voor nodig. Vertrouwen ontwikkelt zich soms langzaam, en kan veel tijd verlangen. Ons vertrouwen groeit gestaag bij iedere bevestiging. En op het moment dat we worden teleurgesteld, kan het vertrouwen in een klap verdwenen zijn. Zonder ooit nog terug te komen. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. De betekenis daarvan zien we bijvoorbeeld in de politiek maar al te vaak terug. Zetels die met moeite zijn verkregen, kunnen door een enkele uitspraak teniet worden gedaan.

Eerst geloven, dan zien
Vertrouwen zie ik ook als precies krijgen wat je nodig hebt in dit leven. Soms zien we de betekenis van iets pas veel later in ons leven. Het voelt prettig te kunnen vertrouwen op het leven. Vertrouwen heeft ook elementen van geloof in zich. Soms zijn we zo overtuigd van iets, dat het vertrouwen vanzelfsprekend en onweerlegbaar lijkt. We geloven dan in iets wat we niet zien, of niet zeker weten.Voor de meeste mensen geldt: eerst zien en dan pas geloven. Positieve ervaringen sterken ons vertrouwen. Maar wat het leven aangaat, is het (wat mij betreft) toch eerst geloven en dan zien. Dus zet een eerste stap op die houten wandelbrug. Het leven is niet voor niets een avontuur. Geef je over aan het leven, en heb vertrouwen. Dus niet: eerst zien en dan geloven, maar eerst geloven en dan zien. En voor je het weet sta je aan de overkant van de brug. Op een plek waar je eerst alleen maar van kon dromen. Voor mij is de beloning voor ons vertrouwen, dat je uiteindelijk te zien krijgt waar je in geloofde… Wat is vertrouwen voor jou?

Enthousiast over mijn artikel? Deel dit artikel dan met een ander of abonneer je op mijn nieuwsbrief, dan ben je altijd op de hoogte van de nieuwste artikelen. Ik ben benieuwd naar jouw feedback.

 

Je kunt me ook volgen op LinkedIn, Twitter of  Instagram.